Zonder titel zonder jaar

Debuteren als dichter, dat kan altijd nog, moet Matsier heel lang gedacht hebben. Want zo af en toe schreef hij wel eens een gedicht – voor deze of gene vriend of vriendin. Naar aanleiding van een verjaardag of een sterfgeval. Over een etser of de schimmen op een oude foto. Maar een bundel? Het kwam er toch van, dankzij een vingeroefening. Die verscheen in kleine oplage bij Ser J.L. Prop en diens Godelieve, als bibliofiel drukwerk. Over deze kleine bundel Druppel (2016) oordeelde

Guus Middag in NRC Handelsblad: ‘Twintig goede gedichten – dat is niet gek voor een poëziedebuut… Misschien maakt Matsier (1945) nu wel kans op de C. Buddingh’ Prijs 2017.’ In dat jaar publiceerde De Bezige Bij de meer uit de kluiten gewassen bundel Zonder titel zonder jaar. Die telde vierenveertig gedichten.

Zonder titel zonder jaar, De Bezige Bij, 2017

Geselecteerde reacties

Maarten Buser, Athenaeum Boekhandel, 2017

Op zijn mooist is de bundel als Matsier geen expliciete kunstenaars- of kunstwerkverwijzingen in zijn gedichten gebruikt, maar wel subtiel het domein van de beeldende kunst weet te verbinden aan het observeren van de wereld om hem heen. Hij begint het gedicht ‘Maart’ met de mooie regel: ‘De monochrome winter’. Drie woorden veranderen het uitzicht in een wit schilderij van Malevitsj, wiens aanwezigheid slechts impliciet blijft – ondergesneeuwd zou je bijna zeggen. Een enigszins vergelijkbare verbinding legt hij ook in ‘Delta’, het hoogtepunt van de bundel. Dat begint met ‘Dit land is een letter / strak vlak en geheel volgens plan / gemaakt en in gebruik’. Het is een geraffineerd gedicht.

Rob Schouten, Awater, 2018

Matsiers eersteling is er een om in rond te dwalen, niet zozeer in de gedichten zelf als wel in de gedachten die deze gedichten bij je oproepen. Alles wat hier staat, roert namelijk op een of andere manier algemeen menselijke vraagstukken aan. Het zet je aan het denken, niet over iets nieuws maar over de eeuwenoude vragen van het bestaan. Het herinnert aan de oude Griekse natuurfilofofen en hun verlangens om de raadsels van het het heelal, de aarde en de natuur op te lossen. Het is daarmee in zekere zin ook een heidense bundel, van vóór de natuurkundige dan wel christelijke antwoorden van onze beschaving.

Dirk-Jan Arensman, vpro boeken, 2017

Gedichten schrijft hij ‘zo nu en dan’, meldt de achterflap bescheiden. ‘Omdat er iemand jarig is. Vanwege een afscheid. Omdat het herfst is.’ Maar Matsiers beste verzen en versregels, van beschouwelijk uitwaaierend tot puntig humoristisch, verraden hetzelfde oog voor het schijnbaar onaanzienlijke en dezelfde precieze pen als zijn proza.