Nicolaas Matsier werd 25 mei 1945 geboren. Halverwege de lagere school verhuisde hij van Krommenie (School met den Bijbel) naar Den Haag (de Visser Smits). Hij bezocht het ‘s-Gravenhaagsch Christelijk Gymnasium en deed eindexamen in 1963. Na een kandidaats klassieke talen aan de Vrije Universiteit was hij drie jaar leraar aan het Comenius College in Hilversum. Aan de Universiteit van Amsterdam studeerde hij een aantal jaren filosofie en was hij twee jaar kandidaatsassistent Inleiding en Ethiek. In 1974 debuteerde hij met een verhaal in De Revisor. Van 1976 tot 1980 en van 1983 tot 1986 maakte hij deel uit van de redactie. Zeven en een half jaar werkte hij als fondsredacteur bij De Bezige Bij (1982-1889). Van 1990 tot 2000 zat hij in de redactie van Raster.
Hij publiceerde verhalen, romans, kinderboeken, essays, gedichten, bloemlezingen en vertalingen bij Querido, De Bezige Bij, Van Goor, Athenaeum–Polak & Van Gennep, Rubinstein, De Harmonie, Thoth, Rainbow, en Hoogland & Van Klaveren. Een roman, een essaybundel en een aantal verhalen werden vertaald in onder meer het Duits, Frans, Engels, Hongaars en Zweeds.
Hij schreef lang en veel voor Vrij Nederland, NRC Handelsblad, de Volkskrant, Kunstschrift, Trouw, SMAAK, en Argus. Hij was bestuurslid van het Fonds voor de Letteren, de Raad voor Cultuur en de FLA (de FreeLancers Associatie). Het Stimuleringsfonds Nederlandse Omroepprodukties diende hij van advies. Hij heeft deel uitgemaakt van vele jury’s – van de Woutertje Pieterseprijs tot en met de P.C. Hooftprijs en de Reid Ondertitelprijs.
De schrijver heeft een vrouw, twee dochters, en een kleinzoon.