Het is niet eenvoudig Stefan Themersons Woeff Woeff of Wie vermoordde Richard Wagner (1951) in kort bestek te typeren. Want Wagner is in het echt nooit vermoord. Maar in deze roman van veertig pagina’s wordt de vertellende ‘ik’, die er part noch deel aan heeft, er wel degelijk voor opgehangen. Net als zijn vriend Lampadephor Metaphrastes, een personage dat zijn licht laat schijnen op het taalgebruik van hooggeplaatste mannen van actie. Zoals bij voorbeeld Truman, de Amerikaanse president die de atoombom op Hiroshima liet werpen; in 1951, het jaar waarin Woeff Woeff verscheen, was hij in zijn tweede termijn. In Themersons kleine roman is de president uit op de ontwikkeling van een chemisch wapen dat de linker arm en het rechter been verlamt. Deze absurde vertelling gaat over logica, taal, nutteloze en zelfs door niemand gelezen poëzie, en machthebbers.
Stefan Themerson, Woeff Woeff of Wie vermoordde Richard Wagner?, vertaling Nicolaas Matsier, De Bezige Bij, 1981; de roman werd opgenomen in Stefan Themerson, Woeff Woeff en ander proza, De Bezige Bij, 2003