Ik Ikaros, ik Odysseus, ik Orpheus

Dit e-book bevat drie korte verhalen, waarin de mythische personages hun lotgevallen beleven, vertellen en bezien. Orpheus, na  zijn geliefde Eurydice voor de tweede keer en nu definitief te zijn kwijtgeraakt: ‘Herhaling en herinnering, daarover denk ik na, of ik wil of niet. Zonder nieuwe gedachten te krijgen.’ Nicolaas Matsier blaast de alom bekende mythen nieuw leven in. Want een mythe kan het zich permitteren te wachten, desnoods eeuwen, tot er weer eens iemand naar omkijkt. Mythen zijn het stofgoud van de literatuur.Ik Ikaros, ik Odysseus, ik Orpheus, De Bezige Bij, 2014

Geselecteerde reacties

Willem Kuipers, de Volkskrant, 1992

Er is nog iets interessants. Nicolaas Matsier herschreef, of hoe moet je dat noemen, twee klassieke mythen, die van Ikaros en die van Odysseus en de Cycloop. Toen ik ze las, dacht ik: waarom gaat hij daar niet mee door? Een aantal van deze ‘hervertelde’ mythen zou een prachtig boek opleveren, niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen (wat mutatis mutandis ook geldt voor de Odyssee van Imme Dros). Maar in een nawoord laat Matsier weten een beetje vastgelopen te zijn in de uitvoering van een dergelijk plan. Ik zou hem willen toeroepen: maak het af. Geen betere methode om de mythologie levend te houden – en nieuwe generaties in staat te stellen het gebruik ervan in de literatuur te begrijpen – dan een boek van zijn hand, zo goed geschreven, zo spannend en zo literair dat zelfs eigentijdse gymnasiastjes er schik in zouden kunnen hebben.

Aukje Holtrop, Vrij Nederland, 1992

De drie verhalen verschenen oorspronkelijk in nummer 56 van het tijdschrift Raster, dat gewijd was aan kinderliteratuur. Vrij Nederland en de Volkskrant waren enthousiast.

Ten slotte: het allermooiste in dit dit Rasternummer zijn de bewerkingen van Griekse mythen die Nicolaas Matsier maakte, van het verhaal van Ikaros en Dedalus, en van Odysseus in de grot van de cycloop. Matsier schreef ze enige tijd geleden (nu zou hij het alweer anders doen, legt hij in een nawoord uit), omdat hij het een groot gemis vond dat een voor kinderen leesbare versie van de klassieke mythen en de Bijbel niet bestaat. De twee bewerkingen die hij maakte zijn heel bijzonder, heel mooi, en absoluut geschikt voor kinderen. En tegelijkertijd net zo geschikt voor volwassenen. Stel dat Matsier nog veel  meer mythen bewerkt en zijn uitgever gaat die uitgeven. Wordt dat dan een kinderboek of een algemeen erkend literair boek? En bepaalt de schrijver dat dan of de uitgever, of het publiek, of de illustrator, of de recensent? Is dat niet allemaal even onzinnig?