Het bedrogen oog

Het bedrogen oog (2009) gaat over trompe-l’oeils. Zo heten schilderijen en andere kunstwerken die hun best doen om eruit te zien alsof ze geen kunstwerken zijn, maar ‘echt’. Schaal 1:1. Ze doen of ze net zo driedimensionaal en tastbaar zijn als de overige omgeving. Om zich met effect als kunstwerken te kunnen openbaren, moeten ze zich eerst juist verborgen houden. Trompe-l’oeils maken dus graag gebruik van vloeren, muren, plafonds, ramen, deuren, plaveisel.

Aan de hand van zo’n 125 trompe-l’oeils doet Nicolaas Matsier een greep uit de geschiedenis van deze hyperrealistische kunstvorm. Het is een geschiedenis – met belangrijke bijdragen uit de Lage Landen – die al in de klassieke oudheid begint en voortbestaat in diverse vormen van street art en muurschilderingen. Er is een appendix met sterke verhalen over bedriegers en bedrogenen. Ook die loopt van de oudheid door tot op heden.

Dit is de eerste keer in Nederland dat er aan de trompe-l’oeil – een door de kunstgeschiedenis toch wel wat ondergewaardeerd genus – een boek wordt gewijd. Het bedrogen oog werd vertaald in het Hongaars.

Het bedrogen oog, De Harmonie, 2009

Geselecteerde reacties

Jos Bloemkolk, Het Parool, 2009

Matsier beschrijft goed gedocumenteerd en met veel liefde een groot aantal trompe-l’oeils. Hij is geen kunsthistoricus, zoals Geert Mak geen historicus is. Dat verhoogt de toegankelijkheid, zonder dat je de indruk hebt van oppervlakkigheid.

Holly Moors, moorsmagazine.com, 2009

Het is heerlijk om op een goede manier op het verkeerde been te worden gezet, zeker als je er zelf ineens achter komt dat je in de maling wordt genomen. Onschuldige humor en toch heel erg leuk. En een boek waar ik een erg goed humeur van kreeg.

Hans W. Bakx, Kunstschrift, 2009

In de kunstgeschiedenis is de trompe-l’oeil altijd met lichte argwaan bekeken: was het nu kunst of alleen maar kunstig? Daar komt bij dat erkende meesters weliswaar nu en dan een trompe-l’oeil-element in hun werk toepasten (een hand die uit de lijst lijkt te steken bijvoorbeeld), maar dat het genre als zodanig toch het domein van mindere goden was. De schrijver Nicolaas Matsier heeft zich van dergelijke bedenkingen niets aangetrokken en zijn enthousiasme neergelegd in een ruim geïllustreerd, plezierig geschreven boek. Niet vaak lees je in geschriften over kunst een ontboezeming als: ‘Toch is het ook wel zo, vind ik, dat als je er een gezien hebt, je ze allemaal gezien hebt’ (over het werk van Christoffel Pierson).

André Keikes, Nieuwsblad van het Noorden, 2009

En misschien wel juist omdat hij geen kunsthistoricus is, is zijn boek Het bedrogen oog een prachtig werkstuk geworden van een levenslange begeestering. ‘Een trompe-l’oeil bestaat’, schrijft hij als een ware liefhebber, ‘bij de gratie van de glimp.’

Carel Peeters, Vrij Nederland, 2011

Op een schilderij van Petrus Christus zit sinds 1446 een vlieg op de rand van de lijst. Nicolaas Matsier heeft hem voor Het bedrogen oog, zijn boek over trompe-l’oeilschilderijen door de eeuwen heen, laten uitvergroten. Hij verwijst ook naar het boek Le détail van Daniel Arasse, waarin dieper wordt ingegaan op de vlieg op renaissanceschilderijen. Voor het eerste boek over de trompe-l’oeil in het Nederlands heeft hij ervoor gekozen om bij elk door geselecteerd schilderij een klein essay te schrijven. Dat zijn uiterst informatieve cultuurhistorische doorkijkjes.

Roelof van Gelder, De Standaard, 2009

Hij moet met een speciaal oog musea en boeken doorlopen hebben om deze collectie zo rijk te maken. Hij verzamelde er 125. Matsier heeft ze, op een informele toon, voorzien van een commentaar waarin hij feiten over schilder en werk instructief verweeft met eigen associaties en observaties. Matsiers boek is een mooie gids. Hij trekt de traditie door naar de surrealisten en naar hedendaagse straatschilderijen.

Bert Jansen, Palet, 2009

Af en toe verschijnen er boeken over schilderkunst die voor zowel een leek als kenner interessant zijn. De beeldende kunsten bevatten veel intrigerende visies die soms zodanig intellectueel en filosofisch worden ontleed dat de leek bij voorbaat afgeschrikt wordt. Dat geldt niet voor Het bedrogen oog van Nicolaas Matsier, uitgeverij De Harmonie in Amsterdam. Het is een lekker leesbaar boek dat nader ingaat op het ’trompe-l’oeil’ effect. Dit genre is, zoals het boek stelt, een beetje ondergewaardeerd in de kunstgeschiedenis. Dit is waarschijnlijk de reden waarom deze schilderkunstige visie vaak stiefmoederlijk is behandeld. Dit fraai geïllustreerde boek vult deze leemte op een zowel erudiete als toegankelijke wijze. Het boek telt ruim 300 bladzijden en elke bladzijde is een feest voor het oog.