De bijbel volgens

Zijn belangstelling voor de Bijbel – niet theologisch, maar literair en cultuurhistorisch – heeft Matsier meer dan eens laten blijken. Zo heeft hij het plan gehad om op de Achterpagina van NRC Handelsblad zijn licht te laten schijnen, een jaar lang, op achtereenvolgens alle bijbelboeken. Maar alleen al het eerste daarvan, Genesis, hield hem bijna een jaar bezig, van december 1996 tot november 1997. Tot irritatie overigens van nogal wat abonnees die van dit literaire lezen niets moesten hebben.

Deze stukken over Genesis werden gebundeld in een door Matsier geredigeerd nummer van het literaire tijdschrift Raster (nummer 80, 1997), dat geheel gewijd was aan de bijbel. Voor dit nummer interviewde hij ook de twee vertalers van het boek Prediker. Hun vertaling zou deel uit gaan maken van de in 2004 te verschijnen Nieuwe Bijbelvertaling, de NBV. Het was deze vertaling – een enorme en langdurige onderneming – waaraan Matsier ook zelf medewerking verleende.

Hij was de als eerste gevraagde zogeheten meelezer – later speelden enkele tientallen schrijvers zo’n zelfde rol. Dat wil zeggen, ze lazen de vertalingen in een vroege fase met het nadrukkelijk verzoek om commentaar te leveren. Matsier heeft dat gedaan voor een aantal bijbelboeken, waaronder zowel het boek waarmee het Oude Testament begint, Genesis dus, als het boek waarmee het Nieuwe Testament eindigt, Openbaring.

Vervolgens kreeg hij in de bijlage Letter & Geest van het dagblad Trouw vier jaar lang de ruimte voor forse stukken, soms over twee pagina’s van het vroegere grote krantenformaat. Ze gingen over een aantal door hem nauwkeurig en gefascineerd gelezen boeken van het Oude Testament, de bijbel dus niet alleen van de christenen maar allereerst van de joden. Zoals, om er maar een paar te noemen, Samuel, Koningen, Jeremia, Jona, Psalmen, Job, Ruth. Zo’n twintig essays, met inbegrip van het al genoemde Genesis-project in NRC Handelsblad, bundelde hij in 2003 tot De bijbel volgens. Daarmee ontstond een enthousiasmerende introductie tot het Oude Testament.

Zie ook Het evangelie volgens (2011), een vervolgdeel waarin het begonnen is om het Nieuwe Testament. Een uitgave van beide boeken – samengevoegd onder de titel Mooi boek, die bijbel! – zal verschijnen bij Thoth.

De bijbel volgens, De Bezige Bij, 2003; het boek werd vier maal herdrukt

Geselecteerde reacties

Max Pam, HP/De Tijd, 2003

Uniek is Matsiers Werdegang niet, want Jan Wolkers en Maarten ’t Hart gingen hem voor. Toch onderscheidt Matsier zich in een belangrijk opzicht van de andere twee: hij lijkt minder gedreven te worden door woede en afkeer. Voor iemand als ik die gespeend is van religieuze gevoelens maar die uit interesse regelmatig iets in de bijbel opzoekt, is het boek van Matsier bijzonder leerzaam. Er staat veel in dat ik niet wist, en omdat Matsier zijn opmerkingen op een afstandelijke, bijna neutrale manier heeft neergeschreven, krijg je een uitstekend inzicht in wat hij ‘knoestige, listige, niet zelden zeer ontroerende teksten’ noemt.

Henk Leene, Friesch Dagblad, 2003

Zijn er wel gelovige en ongelovige lezers, zo vroeg ik me af, of zijn er alleen goede en minder goede? En als het lezende al eens tot een vorm van geloof mocht komen, is het toch eigenlijk niet de lezer die gelooft. Het is het verhaal dat begint te geloven namens hem. Plaatsvervangend geloof, iets anders zijn bijbelverhalen volgens mij nooit geweest. Ik denk hier aan de allermooiste zin die Matsier wat mij betreft in zijn boek heeft opgeschreven. Hij maakt daar een vergelijking tussen muziekpartituren van psalmbewerkingen en een romaans of gothisch kerkgebouw. ‘Zouden het de gebouwen zelf zijn, of de partituren zelf, die de ware gelovigen zijn? En die prompt aan het geloven slaan zodra we ze betreden en ons laten opnemen, zodra we ze horen en luisteren?’ Maar geldt dat soms niet van die welgebouwde bijbelverhalen, zou ik hem willen vragen. Zijn dat niet de ware gelovigen bij uitstek?

Taco van der Mark, Haagsche Courant, 2003

Matsier schrijft zo enthousiast en aanstekelijk dat het een genot is om de verhalen weer tot je te nemen. Een feest der herkenning voor degenen die het al te lang zonder hebben gedaan. Maar ook voor de leek is Matsiers boek aantrekkelijk genoeg om te lezen. Zijn frisse wind doet het stof wegwaaien en maakt het lezen van de oude verhalen – die onze cultuur zo diepgaand hebben bepaald – tot een prachtig leesavontuur.

Rudi Rotthier, De Morgen, 2003

Wie een overzicht, en niet noodzakelijk controverse zoekt, kan terecht bij De bijbel volgens

Nicolaas Matsier. Dat boek is het meest handige voor mensen die hun bijbellectuur willen verdiepen. Matsier loopt systematisch bijbelboeken af en geeft commentaar. Nieuwe inzichten heeft hij niet op het oog, maar Matsier is zeker nuttig voor wie de oude inzichten nog niet kende. En hij telt graag (Jozef, zoon van Jakob en vooral bekend als voorspeller van de plagen van Egypte, barst tot zeven keer toe in tranen uit).

Matsier is geneigd de gruwelen in de verf te zetten, die door leraren godsdienst weleens vergeten worden: de aanslagen tegen families van tegenstanders, David die als bruidsschat honderd voorhuiden van (gedode) Filistijnen moet tonen. Bij lezing van Matsier kom je, hoewel daar niet op gewezen wordt, tot de conclusie dat de wreedheden die God beval of zelf uitvoerde, niet onvergelijkbaar zijn met de wreedheden die zijn volgelingen nu bijvoorbeeld in de Palestijnse gebieden uitvoeren. De bijbel is niet minder wreed dan de huidige realiteit. De God van de joden is wreder dan de succesrijkste Palestijnse zelfmoordenaar – God doodt tijdens de exodus zijn eigen, weliswaar twijfelende en soms tegenpruttelende volgelingen met een gretigheid die aan sadisme grenst.

Marjet de Jong, Roodkoper

Over De bijbel volgens van Nicolaas Matsier schreef de jury [van de Max Pam Award, bestaande uit de naamgever zelf] dat wij hier nu eens bij wijze van uitzondering een boek hebben dat niet honderd pagina’s te lang is, maar te kort.

Matsier houdt het spannende midden tussen de taalsnelheid die de (kranten)lezer vraagt en de taalvertraging die de bijbellezing vraagt.

H.M. Kuitert, NRC Handelsblad

Een prachtige verzameling opstellen.

Kees Fens, de Volkskrant

Essayistiek van de hoogste soort.