Compositieportret

Compositieportret – ondertitel ‘Een man in trefwoorden’ – is een autobiografisch boek dat het midden houdt tussen een roman, een verhalenbundel en een verzameling essays. Het boek had ook Zelfportret als legkaart kunnen heten, maar die titel had Hella Haasse al gemunt. Of Autobiografisch woordenboek – zoals J.A. Emmens een bundel had genoemd. Of Mein privates Lexikon. Dat is de titel waaronder Alberto Savinio’s Nuova enciclopedia in ‘die andere Bibliothek’ verschenen is. Savinio (componist, schilder, schrijver) was de broer van Chirico.

Een compositieportret is een politietekening die tot stand is gekomen op basis van veelal globale getuigenissen. In de trant van: hij had een langwerpig gezicht, een grote neus, hij was lang en hij had een donkere trui aan. Een probeersel dus om iemand op te kunnen sporen, een uitgeworpen net, een signalement.

Compositieportret bestaat uit zestig alfabetisch geordende hoofdstukken. Het is een mozaïek van verhalen en beschouwingen waarin een eerste kus in de Haagse duinen, Friese grootouders, Italiaanse grafbeelden, het Latijn van Caesar, examendromen en nachtmerries elkaar gezelschap houden.

Door het boek heen geweven is een rode draad van vijf verhalen. Ze heten ‘Anamnese’, ‘Grieks’, ‘Medisch Centrum’, ‘Vergeetboek’ en ‘Zij’. Deze zij is het bij wie zich klaarblijkelijk een ernstige ziekte geopenbaard heeft. Aan haar is de slotvertelling gewijd.

Compositieportret: Een man in trefwoorden, De Bezige Bij, 2015

Geselecteerde reacties

Carel Peeters, www.vn.nl, 2015

De titel van zijn nieuwe boek met essays is helemaal toegesneden op zijn manier van schrijven: uit de onsystematische onderdelen moet een portret worden samengesteld. Dat onsystematische is daarom ook programmatisch geworden: de onwil om een keurig portret volgens de regels af te leveren is groot. Bij Matsier is het fragment (dat in vele opzichten karakteristiek is voor het moderne leven) de geëigende essayistische vorm.

Een goed voorbeeld van de opzettelijk onsystematische manier waarop Matsier te werk gaat is wat hij schrijft over de ziekte van zijn vrouw. Dat doet hij in ver uit elkaar liggende fragmenten. Zij krijgt leukemie en ondergaat talloze onderzoeken. Hun beider leven staat in het teken van onrust, angst, ziekenhuisbezoek, dokters, lichamelijk ongemak. Matsier schrijft er van tijd tot tijd over, komt er weer op terug, maar maakt er geen samenhangend geheel van. Het dringt ook maar geleidelijk tot je door dat de ziekte uiteindelijk onder controle is gekregen. De omweg is de beste weg voor de literatuur.

Maarten Asscher, www.athenaeum.nl, 2015

Een werkelijk mooi en interessant boek bestaat altijd uit meerdere boeken tegelijk, en die meerdere boeken kunnen zich over alle literaire genres uitstrekken. Dat geldt beslist voor Compositieportret van Nicolaas Matsier, een boek dat zowel autobiografie, essaybundel als verzameling poëtische overpeinzingen is. Over het denken van Grieken en Romeinen, zijn jeugd, de gebreken van de ouderdom bij hem – en bij zijn geliefde. Precies, beeldend, welomschreven, en vooral indrukwekkend.

Cyrille Offermans, Een iets beschuttere plek misschien, 2018

Een van mijn favoriete stukjes in Compositieportret, ‘Gezicht’, bestaat uitsluitend uit vragen. Het opent met de vraag waar zowat de hele moderne literatuur en psychologie om draait: ‘Kan men zichzelf kennen?’ Het eindigt met de lucide constatering dat de schrijver ‘vanbinnen’ gelukkiger is dan hij er ‘vanbuiten’, vermomd als sombermans, uitziet: ‘Anders zou ik toch niet zo schrikken, altijd maar weer, van het vastgelegde uiterlijk?’ Het is niet de geringste verdienste van dit proza dat het dat geluksgevoel zo vaak weet over te dragen op de lezer.