Het begon als volgt. Zo af en toe, onregelmatig, schreef Nicolaas Matsier stukjes voor de Achterpagina van NRC Handelsblad. Die gingen over de avonturen van het prille vaderschap. Ze betroffen eerst één dochter, later twee. In de leeftijd nul tot zes. Ze werden aangeduid met de initialen R. en J. Ze hadden immers recht op een zekere mate van privacy. De avonturen gaan over zaken als de eerste tik, een taal van drie woorden, en de rituelen rond het naar bed brengen.
De stukjes gingen hun eigen gang. De trotse vader was een geschiedschrijver van beginnetjes. Al schrijvend voor de krant had hij zeker nog geen boek in het hoofd. In 1982 verschenen zeven van die stukjes gebundeld als Een gebreid echtpaartje bij uitgeverij Kwadraat. De oudste, R., was op dat moment nog geen drie, de jongste, J., nog niet eens één. Hierna bleef dit Gebreide echtpaartje nog een paar jaar gewoon doorgroeien, net als de kinderen zelf.
Drie jaar later, weer onder de titel Een gebreid echtpaartje, verscheen er een in omvang verdubbelde bundel. Nu bij uitgeverij Querido. De dochters hadden intussen bijna de schoolgaande leeftijd bereikt – die waarop ze zelf zouden leren lezen en schrijven. Daar lag dus ook de grens van de betamelijkheid van zulk geschrijf, zo leek het de auteur van de stukjes over hen.
Hij besloot voor elk van zijn dochters – toevallig altijd jarig in en vlak vóór de Kinderboekenweek – een kinderboek te schrijven. Dat zijn A is een aardappel en Ida stak een zebra over geworden. Maar helemaal gedaan met voorheen het gebreide echtpaartje was het nog steeds niet. Bij de Bezige Bij verscheen in 1999 – voorzien van een nieuwe titel – de bundel Elke dag vaderdag, eenentwintig stuks. Pas in 2005, in nog uiterster uitbreiding en weer onder de titel Elke dag vaderdag was het afgelopen met het twintig jaar eerder ter wereld gekomen echtpaartje.
De twee laatste uitgaafjes openen met de nog steeds actuele beschouwing ‘Over het voortbewegen van kinderwagens’ – door vaders, wel te verstaan. Althans, heel wat vaders. Wie zijn ogen niet in zijn zak heeft, weet hoe ze dat doen. Diagonaal: vader en buggy vormen twee vierkanten die elkaar aan een hoekpunt raken. De vader loopt schuin achter de wagen, en hij kijkt erlangs, niet erin. Ik doe het wel, maar toch eigenlijk niet, zo geeft deze vader te kennen. In het grootste deel van de twintigste eeuw zag je nooit een vader achter een kinderwagen.
Een gebreid echtpaartje, Kwadraat, 1982 [eerste bundel, zeven verhalen]; Een gebreid echtpaartje, Querido, 1985 [tweede, uitgebreide, bundel, veertien verhalen]; Elke dag vaderdag, De Bezige Bij, 1999 [derde, uitgebreide, bundel, eenentwintig verhalen]; Elke dag vaderdag, De Bezige Bij, 2005 [vierde en finale bundel, tweeëntwintig verhalen]
De tweede bundeling van Een gebreid echtpaartje werd opgenomen in de verzamelbundel Oud-Zuid, Onbepaald vertraagd, De eeuwige stad, Een gebreid echtpaartje, en andere verhalen, De Bezige Bij, 1995; Elke dag vaderdag maakt ook deel uit van de verzamelbundel Naar het leven, De Bezige Bij, 2015